Article in De Volkskrant that mentions my Mashup about Fuseli’s The Nightmare.
August 17, 2023 by Floortje Smit
Harig en glad, beest en mens, angst en geiligheid: Freud zou wel weten waarom de tegenstellingen in De nachtmerrie van Henry Fuseli vele filmmakers inspireerde – maar de Nederlandse Alex van Warmerdam legt het ons ook nog even zelf uit.
Wat maakt toch dat sommige schilderijen zich sterker in het onderbewustzijn nestelen dan andere? Dat er beelden zijn die blijven plakken, die het zich ergens in het brein gemakkelijk maken en kalmpjes afwachten tot ze weer in herinnering worden geroepen?
Neem De nachtmerrie van Henry Fuseli uit 1781: een schilderij dat gaat over het onderbewuste. Het is tegelijkertijd droombeeld én de verbeelding van een dromende: een jonge vrouw in wit, doorzichtig nachtkleed ligt weerloos gedrapeerd op een bed, op haar buik zit een bruinkleurige duivel. De kwetsbaarheid van die slapende vrouw, dat dreigende gevaar op haar borst – een beklemmende droom die je niet vergeet.
Verlangende vrouw
Of is het een wensdroom? Door de pose van de vrouw is het ook erotisch. In haar slaap draait haar hele lichaam zich richting het gevaar. Haar rug kromt zich, haar buik drukt tegen het wezen, haar knie valt iets naar buiten, haar borsten spannen onder dat maagdelijke kleed – alles opent zich, vol overgave. Is haar gezichtsuitdrukking doods of extatisch? Zien we een lichaam dat onwillekeurig reageert op aanrakingen, en is dit aanranding? Of mogen we van Fuseli gewoon onbeschaamd staren naar de verbeelding van een vrouwelijk orgasme, zoals kunstcriticus Marcia Allentuck in 1972 beweerde? In beide gevallen is het interessant dat het kleine, ronde monster maar gewoon een beetje zit te zitten, peinzend bijna – alsof hij het hele plan tot dit moment had doordacht, maar geen idee meer heeft wat hij zal doen nu hij die grote, intens verlangende vrouw tot zijn beschikking heeft.
Freud, van wie wordt gefluisterd dat hij een kopie van het schilderij op zijn werkkamer had hangen, zou wel raad weten met Fuseli op de divan. En als je hem zou vragen waarom dit beeld zo beklijft, zou hij ongetwijfeld analyseren hoe dit schilderij met de combinatie van donker en licht, van harig en glad, van beest en mens, tegelijkertijd angst en geiligheid weet op te roepen. Twee dierlijke instincten die elkaar ook nog eens opwindend én ongemakkelijk versterken. Dat maakt het beeld onvergetelijk.
Hoofd van filmmakers
En onweerstaanbaar voor filmmakers. Al vanaf de eerste films duikt het op. Editor Menno Kooistra maakte een geweldige video waarin hij alle cinematografische verwijzingen naar De nachtmerrie op een rijtje zet, van 1910 tot nu. Soms zit het hem alleen in de pose van een slapende vrouw, meestal duiken duivels op die allerlei griezelige dingen uitvoeren, met klauwen en grimassen. Zeker horror floreert door de combinatie seks en schrik.
Maar hoe werkt zoiets concreet in het hoofd van de filmmakers? Zien ze een schilderij en besluiten ze meteen er ooit iets mee te doen? Of sluimert het ergens en wordt het alleen wakker als een specifiek project erom vraagt? Door deze serie vraag ik me dit vaak af, en nu kon ik het eindelijk vragen: regisseur Alex van Warmerdam gebruikt De nachtmerrie in Borgman (2013). Het was een combinatie, zegt hij. Hij had het schilderij al eens gezien en was al zo gefascineerd dat hij erover had gelezen. Maar het belandde in de film omdat hij er tijdens het ontwikkelen bij toeval weer op stuitte. ‘Mooi meegenomen, dacht ik. Het is een ijzersterk beeld, iemand die op iemand gaat zitten.’
Nachtmerries beïnvloeden
In de surrealistische psychologische thriller is de schone slaapster Marina, een rijke vrouw die zonder medeweten van haar echtgenoot een rondreizende vreemdeling binnenlaat en hem opvangt in de schuur. Ze raakt hoe langer hoe meer in de ban van deze man met zijn vampierachtige charisma. ’s Nachts staat de kleine, pezige man (‘als er een mollige vent op haar gaat zitten, dan slaat dat nergens op’) poedelnaakt gehurkt op haar buik en beïnvloedt zonder dat ze het weet haar nachtmerries. ‘Voor mij was dit de vondst: dat ik zo visueel kon maken dat iemand inbreekt in dromen. Op het schilderij is dat niet het geval – ik heb dat beeld dus gepakt, en gebruikt voor iets anders.’
Van Warmerdam heeft het schilderij er daarna nooit meer bijgezocht. Hij schilderde een eigen scènebeeld en gebruikte dat als uitgangspunt. En toch roept het shot, zeker de eerste keer, de mengeling van angst en opwinding van De nachtmerrie op. Niet onbewust, niet onbedoeld, maar ook niet opzettelijk dus. Dat Marina deze zonderling kort daarna smeekt haar aan te raken is daardoor begrijpelijk, maar alleen op een onderbuikachtige manier.
Het is wat Borgman sowieso doet: uitnodigen tot gevoelsmatig kijken. Net als De nachtmerrie eigenlijk. Soms moet je dingen helemaal niet willen analyseren, of bevragen. Soms moet je het onbewuste gewoon durven laten spoken in je hoofd. Want dan beklijft het.