Vanmiddag was ik in het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Hieronder mijn persoonlijke hoogtepunten van een bijzonder museum met een aardige collectie.
Niet alles sprak me aan en in de beeldentuin waren slechts enkele objecten die me raakten, maar er waren genoeg parels, zie onder. Wel wat puntjes: het gebouw is te lelijk voor woorden en het is heel jammer dat alle schilderijen achter glas zitten. Niet alleen is dat slechter voor de verf, ook weerspiegelt het als een malloot. Ze doen dit puur om de schilderijen te beschermen tegen vingers en messen, wat goed is, maar fraai is het niet. De topstukken zijn wel voorzien van speciaal niet reflecterend glas, maar de rest niet want dat is onbetaalbaar. Begrijpelijk, maar jammer.
De audiotour was wel heel uitgebreid en interessant, hoewel ik wel bij meer schilderijen een praatje had willen horen. En de speciaal door Nico Dijkshoorn ingesproken teksten bij sommige schilderijen waren vreselijk. Ik heb er twee proberen te beluisteren, maar direct weer weggeklikt.
Enfin, foto’s willen we zien.
Mijn persoonlijke topstuk van het gansche museum, deze van Charley Toorop, waar het museum heel veel stukken van heeft hangen. Ik vind de stijl van Toorop erg lekker. Felle scherpe kleuren en altijd die ogen die eruit springen. Deze clown heet Bumbo en is creepy. Stephen King’s IT is er niets bij. Hij staat hier voor de ruïnes van een platgebombardeerd Rotterdam. Begrijpelijke sipheid dus. Voor Toorop symboliseerde de clown de bourgeoisie die door de oorlog hevig door elkaar was gerammeld.
Daarna deze, van Pablo Picasso. Duidelijk beïnvloed door Afrikaanse sculpturen deze naakte dame. Ik vind de gearceerde lijnen mooi. En het feit dat het lichaam hier en daar diepte heeft en op andere plekken helemaal plat is.
En op de foto komt het niet zo goed over, maar dit grote sombere en toch vrolijke schilderij van Fernand Léger maakte veel indruk. Geen kubisme, maar Tubisme, zoals zijn stijl werd genoemd. Hij wilde enkel gebruik maken van cilindervormen.
Dit levensgrote bronzenbeeld van Joseph Mendes da Costa in de Beeldentuin heet ‘Liefde’. Prachtig. Hij beschouwde het ook als zijn beste werk. *snif*
Voorts deze stukken. Veel clowns, viel me op! En er was veel te zien van Vincent van Gogh (Kröller en Müller kochten veel van de man), maar veel heb ik niet met zijn werk. Hieronder wel drie uitschieters van hem.
Ziet er allemaal wel mooi uit. Ben er zelf al tijden niet meer geweest. Je zet me aan het denken, Menno. Toch weer op verlanglijst zetten.
Doen!